Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 5.2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
In afwijking in zoverre van artikel 1.5 wordt een lichaam dat op de BES eilanden is gevestigd, voor de toepassing van dit hoofdstuk geacht in Nederland te zijn gevestigd. De eerste volzin is niet van toepassing met betrekking tot op de BES eilanden gevestigde stichtingen en doelvermogens.
2.
Niettegenstaande het eerste lid wordt een lichaam geacht op de BES eilanden te zijn gevestigd indien de inspecteur op verzoek van het lichaam bij voor bezwaar vatbare beschikking heeft vastgesteld dat aannemelijk is dat:
- a.
het lichaam op jaarbasis een omzet heeft van ten hoogste USD 80 000, de bezittingen van het lichaam doorgaans ten hoogste USD 200 000 bedragen en het lichaam zich niet bezighoudt met financiële dienstverlening, royaltybetalingen, verzekerings- en herverzekeringsactiviteiten, daaronder mede begrepen diensten ter zake van het optreden als directie van vennootschappen waarvan de statutaire zetel of feitelijke leiding op de BES eilanden gevestigd is en andere dienstverlening ter zake van het trustbedrijf;
- b.
de bezittingen van het lichaam doorgaans voor ten hoogste 50 percent bestaan uit beleggingen, deelnemingen, liquiditeiten, activa waarvan het gebruik of gebruiksrecht ter beschikking wordt gesteld aan personen die buiten de BES eilanden wonen of zijn gevestigd en overige bezittingen die worden aangewend voor het direct of indirect financieren van personen die buiten de BES eilanden wonen of zijn gevestigd; of
- c.
het lichaam:
- 1°
voltijds blijvend werk verschaft aan doorgaans ten minste drie op de BES eilanden wonende natuurlijke personen die zich zelfstandig bezighouden met werkzaamheden betrekking hebbend op de bezittingen genoemd in het tweede lid, onderdeel b, en hun bevoegdheden en verantwoordelijkheden in overeenstemming zijn met de aard en functie van die werkzaamheden; en
- 2°
voor ten minste een periode van 24 maanden een op de BES eilanden gelegen onroerende zaak of een deel van een onroerende zaak ter waarde van ten minste USD 50 000 ter beschikking heeft voor de uitvoering van de bedrijfsactiviteiten van het lichaam en, ingeval dit lichaam zich bezighoudt met financiële dienstverlening, royaltybetalingen, verzekerings- en herverzekeringsactiviteiten, daaronder mede begrepen diensten ter zake van het optreden als directie van vennootschappen waarvan de statutaire zetel of feitelijke leiding op de BES eilanden gevestigd is en andere dienstverlening ter zake van het trustbedrijf, zich daarin een eigen kantoor bevindt dat is voorzien van in de financiële sector gebruikelijke faciliteiten.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing op een lichaam:
- a.
dat is toegelaten tot een handels- en dienstenentrepot als bedoeld in hoofdstuk V van de Douane- en Accijnswet BES; of
- b.
waarvan de inspecteur op verzoek van dat lichaam bij voor bezwaar vatbare beschikking heeft vastgesteld dat dat lichaam voor ten minste 50 percent deelneemt in een lichaam dat is toegelaten tot een handels- en dienstenentrepot als bedoeld in hoofdstuk V van de Douane- en Accijnswet BES of dat een beschikking heeft ontvangen als bedoeld in het tweede lid, en de overige bezittingen van het lichaam voldoen aan het tweede lid, onderdeel b.
4.
De in het tweede en derde lid bedoelde beschikking vervalt direct na het moment waarop het lichaam:
- a.
naar de omstandigheden beoordeeld niet meer op de BES eilanden is gevestigd;
- b.
wordt toegelaten tot een handels- en dienstenentrepot als bedoeld in hoofdstuk V van de Douane- en Accijnswet BES, of
- c.
niet meer voldoet aan de in het tweede of derde lid bedoelde vereisten.
5.
Op het begrip deelneming als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, en artikel 5.7, onderdeel a, is artikel 13, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 van overeenkomstige toepassing.
6.
Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel b, worden activa waarvan het gebruik of gebruiksrecht ter beschikking wordt gesteld aan natuurlijke personen die op de BES eilanden verblijven maar niet op de BES eilanden wonen niet beschouwd als activa waarvan het gebruik of gebruiksrecht ter beschikking wordt gesteld aan natuurlijke personen die buiten de BES eilanden wonen.
7.
Als aan de voorwaarden wordt voldaan, wordt het verzoek, bedoeld in de aanhef van het tweede lid of het derde lid, onderdeel b, ingewilligd met ingang van de aanvang van het in het verzoek aangegeven eerste kalenderjaar waarin de belastingplichtige voor de toepassing van deze wet op de BES eilanden is gevestigd, doch niet eerder dan 24 maanden voor het tijdstip waarop het verzoek door de inspecteur is ontvangen.