V-N Vandaag 2022/2688
Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen over invulling begrip ‘in wezen nieuwbouw’
HR 04-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1577
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 november 2022
- Zaaknummer
22/01246
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1577, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑11‑2022
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad antwoordt op de prejudiciële vragen van Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat voor de beoordeling of door verbouwingswerkzaamheden aan een gebouw in wezen een nieuw gebouw is ontstaan, moet worden vastgesteld wat er in bouwkundig opzicht met het bestaande gebouw is gebeurd.
Samenvatting
A koopt in 2015 een kantoorgebouw voor € 4,8 mln. Het gebouw is, in samenspraak met de huurder, in 2017-2018 verbouwd tot een hotel. De verbouwingskosten bedragen circa € 7 mln. De waarde in het economische verkeer na verbouwing, tevens de aangegeven heffingsgrondslag voor de overdrachtsbelasting, is € 16.238.650. Belanghebbende, X, koopt het hotel in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.