V-N Vandaag 2020/3160
Hoge Raad beantwoordt laatste drie vragen over recht op teruggaaf dividendbelasting
HR 18-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2097
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 december 2020
- Zaaknummer
19/03341
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Fiscale staatssteun
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Dividendbelasting / Heffingswijze
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2097, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑2020
ECLI:NL:HR:2020:115, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:782, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑09‑2019
- Wetingang
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (BWBV0001506, 63)Wet op de dividendbelasting 1965 (BWBR0002515, 10)Wet op de dividendbelasting 1965 (BWBR0002515, 1)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 25)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 17)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 3)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 2)
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat een buiten Nederland gevestigd beleggingsfonds dat naar Nederlandse fiscale maatstaven wordt aangemerkt als een doelvermogen onder omstandigheden recht heeft op teruggaaf van ingehouden Nederlandse dividendbelasting.
Samenvatting
Belanghebbende, A-Fonds, is een naar Duits recht opgericht beleggingsfonds (Spezial-Sondervermögen) en heeft geen rechtspersoonlijkheid. A-Fonds is vrijgesteld van de Duitse winstbelasting. Sparkasse B, een bank, houdt alle bewijzen van deelgerechtigdheid. A-Fonds ontvangt portofoliodividenden uit Nederland en verzoekt om teruggaaf van de ingehouden Nederlandse dividendbelasting. In geschil is of op basis van het vrije kapitaalverkeer van art. 63 VWEU recht op teruggaaf bestaat, en zo ja, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.