Einde inhoudsopgave
Aanvullingswet geluid Omgevingswet
Artikel 3.1 (algemeen overgangsrecht hoofdstuk 11 Wet milieubeheer)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
19-02-2020, Stb. 2020, 83 (uitgifte: 09-03-2020, kamerstukken: 35054)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Milieurecht / Geluid en trillingen
1.
Het recht zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet blijft van toepassing op de onderstaande besluiten totdat deze onherroepelijk zijn:
- a.
de vaststelling of wijziging van geluidproductieplafonds waarvoor voor dat tijdstip een verzoek als bedoeld in artikel 11.31, eerste lid, van de Wet milieubeheer is ingediend,
- b.
de ambtshalve vaststelling of wijziging van geluidproductieplafonds als het besluit is bekendgemaakt voor dat tijdstip,
- c.
een ontheffing van de verplichting tot naleving van een geluidproductieplafond als bedoeld in artikel 11.24, eerste lid, van de Wet milieubeheer waarvoor voor dat tijdstip een verzoek als bedoeld in dat artikel is ingediend,
- d.
de vaststelling van een overschrijdingsbesluit als bedoeld in artikel 11.49, eerste lid, van de Wet milieubeheer waarvoor voor dat tijdstip een verzoek als bedoeld in dat artikel is ingediend.
2.
Als op grond van hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een plicht bestond tot het treffen van geluidwerende of geluidbeperkende maatregelen op grond van een onherroepelijk besluit, of op grond van een besluit dat onder de werking van dit artikel valt, en die maatregelen op dat tijdstip nog niet zijn getroffen, blijft op die plicht de Wet milieubeheer van toepassing.
3.
Artikel 11.22 van de Wet milieubeheer blijft van toepassing totdat de in dat artikel bedoelde beheerder over het laatste volledige kalenderjaar waarop hoofdstuk 11 van die wet van toepassing was een verslag over de naleving van de geluidproductieplafonds in dat kalenderjaar aan Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft gezonden.