Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/971
Caribische zaak. Medeplegen ambtelijke corruptie in Curaçao, art. 2:351 SrC. 1. Schending art. 6 EVRM wegens afwijzing verzoek van verdachte om zich te laten bijstaan door niet bij hof ingeschreven (Nederlandse) advocaat (art. 57 SvC)? 2. Verwerping alternatief scenario. HR: art. 81 lid 1 RO onder verwijzing naar NJ 2023/306. Samenhang met RvdW 2023/972 en RvdW 2023/989.
HR 03-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1330
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.E.M. Röttgering, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
21/04821
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1330, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:648, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑07‑2023
Essentie
Caribische zaak. Medeplegen ambtelijke corruptie in Curaçao, art. 2:351 SrC. 1. Schending art. 6 EVRM wegens afwijzing verzoek van verdachte om zich te laten bijstaan door niet bij hof ingeschreven (Nederlandse) advocaat (art. 57 SvC)? 2. Verwerping alternatief scenario. HR: art. 81 lid 1 RO onder verwijzing naar NJ 2023/306. Samenhang met RvdW 2023/972 en RvdW 2023/989.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/04821 C
Datum 3 oktober 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.