Einde inhoudsopgave
Scheepvaartreglement Gemeenschappelijke Maas
Artikel 3.46 Noodtekens
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1996
- Redactionele toelichting
Zie voor de oorspronkelijke plaatsing en voorgaande versie van dit reglement de bijlage bij het Besluit van 21-04-1994, Stb. 340. Dit reglement treedt tegelijk in werking met de Wet van 29-03-1996, Stb. 257.
- Bronpublicatie:
18-06-1996, Stb. 1996, 327 (uitgifte: 28-06-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-1996, Stb. 1996, 325 (uitgifte: 28-06-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Een in nood verkerend schip, dat hulp wil inroepen, moet de volgende seinen, hetzij afzonderlijk hetzij een combinatie hiervan, tonen dan wel geven:
- —
een vlag of ieder ander geschikt voorwerp waarmee in het rond wordt gezwaaid;
- —
een licht waarmee in het rond wordt gezwaaid;
- —
vuurpijlen, lichtkogels, parachutelichten of rookbommen dan wel vlammen;
- —
een vlag met daarboven of daaronder een bol of een daarop gelijkend voorwerp;
- —
reeksen klokslagen of herhaalde lange stoten.
2.
Een schip, dat medische hulp wil inroepen, mag geven: vier korte stoten, gevolgd door één lange stoot.