Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa
Article 14
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1982
- Bronpublicatie:
19-09-1979, Trb. 1980, 60 (uitgifte: 06-05-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-1982
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-1982, Trb. 1982, 28 (uitgifte: 11-03-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
1.
De Permanente Commissie is belast met het toezicht op de toepassing van dit Verdrag en kan met name:
- —
de bepalingen van dit Verdrag, met inbegrip van de bijlagen daarvan regelmatig bezien en onderzoeken welke wijzigingen eventueel nodig zijn;
- —
de Verdragsluitende Partijen aanbevelingen doen omtrent de te nemen maatregelen voor de uitvoering van dit Verdrag;
- —
passende maatregelen aanbevelen om het publiek op de hoogte te houden van de werkzaamheden ondernomen in het kader van dit Verdrag;
- —
het Comité van Ministers aanbevelingen doen omtrent het uitnodigen van Staten die geen lid van de Raad van Europa zijn, tot dit Verdrag toe te treden;
- —
ieder voorstel doen dat erop is gericht de doeltreffendheid van dit Verdrag te verhogen en dat met name ten doel heeft om met Staten die geen Partij bij dit Verdrag zijn, overeenkomsten te sluiten waardoor de instandhouding van soorten of van groepen van soorten doeltreffender wordt.
2.
Voor de uitvoering van haar taak kan de Permanente Commissie, op eigen initiatief bijeenkomsten beleggen van groepen deskundigen.