Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 4:87 [Scheiding vermogen beleggingsonderneming-cliënt]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2011
- Bronpublicatie:
12-05-2011, Stb. 2011, 248 (uitgifte: 27-05-2011, kamerstukken: 32036)
- Inwerkingtreding
01-07-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-06-2011, Stb. 2011, 306 (uitgifte: 27-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een beleggingsonderneming treft adequate maatregelen:
- a.
ter bescherming van de rechten van cliënten op aan hen toebehorende gelden en financiële instrumenten; en
- b.
ter voorkoming van het gebruik van die gelden of financiële instrumenten, behoudens uitdrukkelijke instemming van de cliënt indien het financiële instrumenten betreft, voor eigen rekening door de beleggingsonderneming.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot:
- a.
de maatregelen ter bescherming van de rechten van de cliënt en ter voorkoming van het gebruik van financiële instrumenten of gelden van de cliënt; en
- b.
de wijze waarop instemming kan worden verkregen van de cliënt voor het gebruik van diens financiële instrumenten voor eigen rekening door de beleggingsonderneming.
3.
Het is een verbonden agent niet toegestaan financiële instrumenten dan wel gelden die toebehoren aan een cliënt onder zich te houden.