Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname inzake de binnenkomst en het verblijf van wederzijdse onderdanen
Bijlage 3
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1982
- Redactionele toelichting
Deze overeenkomst wordt voorlopig toegepast met ingang van 23-01-1981.
- Bronpublicatie:
23-01-1981, Trb. 1981, 35 (uitgifte: 09-02-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1982
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-1982, Trb. 1982, 171 (uitgifte: 01-01-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
In het kader van deze Overeenkomst is omtrent de volgende punten overeenstemming van inzicht en beleid verkregen.
- 1.Onderzoek
- 1.1.
Er is behoefte aan om het beleidsgericht onderzoek naar de factoren die de slagingskansen van de individuele remigrant, toegespitst op zijn ontplooiingsmogelijkheden, beïnvloeden, zowel in Suriname als in Nederland voort te zetten.
- 1.2.
Het rapport van een reeds in Suriname uitgevoerd verkennend onderzoek naar de inpassing, zowel in arbeid als in het sociaal milieu, zal Nederland ter bestudering worden aangeboden.
- 1.3.
Het is gewenst zo spoedig mogelijk na bestudering door Nederland van dit rapport overleg te beginnen in de Commissie ter voorbereiding van het voortgezette onderzoek.
- 1.4.
Voorzover de resultaten van het onder 1.2 bedoelde onderzoek zich naar het oordeel van partijen daartoe lenen, zal bij de uitvoering van het remigratiebeleid daarvan gebruik worden gemaakt.
- 2.Arbeidsbemiddeling
- 2.1.
Vacatures in Suriname zullen worden doorgegeven aan de bij remigratie betrokken instanties in Nederland. Omgekeerd zal Nederland er voor zorgdragen dat het aanbod van de in Nederland beschikbare arbeidskrachten ter kennis wordt gebracht van de in Suriname bij de remigratie betrokken instanties.
- 3.Scholing
- 3.1.
Suriname zal het curriculum van relevante opleidingen naar Nederland doorsturen, teneinde waar nodig aanpassing van het curriculum van daarvoor in aanmerking komende onderwijsinstellingen in Nederland te doen plaatsvinden.
Partijen achten het mogelijk dat daartoe mede de in Suriname in gebruik zijnde vaardigheidsprofielkaart wordt gebruikt teneinde de specifieke functie-eisen te beschrijven.
- 3.2.
Aanpassing van het curriculum aan daarvoor in aanmerking komende opleidingen kan geschieden door wijziging van de pakketkeuze dan wel door het doen volgen van applicatiecursussen.
- 3.3.
Eventueel in Nederland te geven applicatiecursussen over typisch Surinaamse omstandigheden dienen te worden verzorgd door deskundigen uit Suriname en zullen op een verscheidenheid van niveaus en gebieden worden verstrekt.
In dat kader bestaat er een specifieke behoefte aan voorlichting over Surinaamse arbeidsverhoudingen.
- 3.4.
Bij de vakscholing aan potentiële remigranten zal worden uitgegaan van de behoeften in Suriname. Daarbij zal de scholing zich niet enkel beperken tot werklozen, doch zich tevens uitstrekken tot niet-werklozen.
- 4.Voorlichting
- 4.1.
De partijen zijn van mening dat er voor de voorlichting in Nederland een continue stroom van actuele informatie beschikbaar dient te komen met gebruikmaking van een verscheidenheid van mogelijkheden.
- 4.2.
Om een goede afstemming van remigratievoorlichtingsbeleid in beide landen te garanderen, achten partijen het gewenst dat zij zo volledig mogelijk worden geïnformeerd omtrent de desbetreffende voorlichtingsactiviteiten in beide landen.
- 4.3.
Bij de instituten van het CBB zal voorlichting over verdere beroepsmogelijkheden zodanig dienen te geschieden, dat de cursist in staat wordt gesteld om een verantwoorde keuze te maken tussen Suriname en Nederland als land van vestiging.
- 4.4.
De huidige voorlichting is naar het oordeel van partijen niet altijd in voldoende mate aangepast aan de werkelijke situatie, mede omdat een duidelijk inzicht op het totale probleemveld van de remigratie nog ontbreekt.
- 4.5.
Geconstateerd is dat de besluitvorming over de remigratie negatief wordt beïnvloed door de hoge invoerrechten op nieuwe goederen die remigranten naar Suriname willen meenemen.
- 5.Begeleiding
- 5.1.
Partijen achten het van belang dat de herintegratie van remigranten in de Surinaamse samenleving optimaal verloopt.
- 5.2.
Partijen zijn van oordeel dat de samenwerking, onder de coördinerende leiding van het Instituut voor Migratiezaken, met het CCK en de Stichting Remigratie op het vlak van de begeleiding van remigranten, moet worden voortgezet.
De mogelijkheid van participatie van andere particuliere organisaties en van overheidswege dient te worden onderzocht.
- 5.3.
Partijen zijn van mening dat de begeleiding in Suriname zich niet moet beperken tot remigranten die in moeilijkheden zijn geraakt, maar beschikbaar moet zijn voor elke remigrant onmiddellijk na aankomst.
- 5.4.
Ten overvloede achten partijen het voor een verantwoord remigratiebeleid van belang, dat bij het ontwikkelen van interne Surinaamse regelingen geen bepalingen worden opgenomen welke strijdig te achten zijn met de Toescheidingsovereenkomst.
- 5.5.
Kennis werd genomen van het bestaan van een stagecentrum bij het Ministerie van Sociale Zaken te Paramaribo en wel ten behoeve van personen die in Nederland aan Sociale Academies studeren.
Gegevens zullen beide partijen ter beschikking worden gesteld om te beoordelen in hoeverre dit stagecentrum dienstbaar kan zijn aan de uitvoering van het remigratiebeleid.
- 5.6.
Op korte termijn zal er een overleg plaatsvinden tussen de Surinaamse migratiecommissie en de Nederlandse remigratie-attaché, teneinde de begeleidingsactiviteiten beter uitvoerbaar te maken.
- 6.Categorieën
- 6.1.
Geconstateerd wordt dat een aantal remigranten, met name maatschappelijk gehandicapten, buiten bemoeienis van de Directie voor de Emigratie van het Ministerie van Sociale Zaken, doch met kennelijke Nederlandse overheidssteun in Suriname arriveert. Partijen zijn het er over eens, dat dit een verantwoord gemeenschappelijk remigratiebeleid doorkruist.
- 6.2.
Beide partijen zijn van mening dat de remigratie van maatschappelijk gehandicapten wel moet worden bevorderd, wanneer zulks in het belang van de betrokken persoon is en wanneer verdere sociale en/of medische begeleiding in Suriname kan geschieden.
- 7.Financiering
- 7.1.
De Surinaamse migratiecommissie zal met de Nederlandse remigratie-attaché een inventarisatie maken van alsnog benodigde faciliteiten ten behoeve van een verantwoord remigratiebeleid.
Het is niet verantwoord over te gaan tot operationalisatie van het (gestructureerd) remigratiebeleid dan nadat de gezamenlijke financiering, waaronder die voor opvangfaciliteiten, en de continuïteit zijn verzekerd.
- 7.2.
Partijen zijn van mening, dat in het kader van het Cultureel Akkoord overeengekomen en alsnog overeen te komen onderzoekprojecten inzake de sociaal-economische aspecten van de demografische ontwikkeling van Suriname zoveel mogelijk dienstbaar worden gemaakt aan het onder 1.1 bedoelde onderzoek.