NJB 2019/265:Bezwaarschrift tegen de dagvaarding: het onderzoek in raadkamer vanwege zodanig bezwaarschrift draagt een summier karakter. In geval van een verweer in de zin van art. 262 lid 5 Sv (officier van justitie niet-ontvankelijk, onvoldoende aanwijzing van schuld aanwezig en/of het feit dan wel de verdachte is niet strafbaar) is de raadkamer verplicht zich over de al dan niet doeltreffendheid van het verweer uit te laten. De Hoge Raad zet uiteen waarom aan het oordeel van de raadkamer in meerder opzichten een voorlopig karakter niet kan worden ontzegd. Vervolgingsbeslissing art. 167 lid 1 Sv en gewekt vertrouwen van niet-vervolging: i.c. kon het hof oordelen dat de verdachte niet gerechtvaardigd erop heeft mogen vertrouwen dat hij in deze zaak niet zou worden vervolgd

NJB 2019/265

Bezwaarschrift tegen de dagvaarding: het onderzoek in raadkamer vanwege zodanig bezwaarschrift draagt een summier karakter. In geval van een verweer in de zin van art. 262 lid 5 Sv (officier van justitie niet-ontvankelijk, onvoldoende aanwijzing van schuld aanwezig en/of het feit dan wel de verdachte is niet strafbaar) is de raadkamer verplicht zich over de al dan niet doeltreffendheid van het verweer uit te laten. De Hoge Raad zet uiteen waarom aan het oordeel van de raadkamer in meerder opzichten een voorlopig karakter niet kan worden ontzegd. Vervolgingsbeslissing art. 167 lid 1 Sv en gewekt vertrouwen van niet-vervolging: i.c. kon het hof oordelen dat de verdachte niet gerechtvaardigd erop heeft mogen vertrouwen dat hij in deze zaak niet zou worden vervolgd

Documentgegevens:

HR 22-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:89

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 22 januari 2019
Magistraten: Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst en M.J. Borgers
Zaaknummer: 17/01182
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2019:89, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1332, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑01‑2018
Wetingang: (art. 167, 262 Sv)

Essentie

Bezwaarschrift tegen de dagvaarding: het onderzoek in raadkamer vanwege zodanig bezwaarschrift draagt een summier karakter. In geval van een verweer in de zin van art. 262 lid 5 Sv (officier van justitie niet-ontvankelijk, onvoldoende aanwijzing van schuld aanwezig en/of het feit dan wel de verdachte is niet strafbaar) is de raadkamer verplicht zich over de al dan niet doeltreffendheid van het verweer uit te laten. De Hoge Raad zet uiteen waarom aan het oordeel van de raadkamer in meerder opzichten een voorlopig karakter niet kan worden ontzegd. Vervolgingsbeslissing art. 167 lid 1 Sv en gewekt vertrouwen van niet-vervolging: i.c. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.