NJ 1946/137
Bewezenverklaring op grond van een proces-verbaal, dat ten deele niet weergeeft eigen waarneming der verbalisanten. Niet-nakoming van art. 320 Sv. heeft nietigheid ten gevolge.
HR 15-01-1946, ECLI:NL:HR:1946:63
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 januari 1946
- Magistraten
Mrs. Fick, van der Meulen, Sinninghe Damsté, Hijink, van der Flier
- Zaaknummer
[151946/NJ_1946-137]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS164770:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1946:63, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑01‑1946
- Wetingang
Essentie
Bewezenverklaring op grond van een proces-verbaal, dat ten deele niet weergeeft eigen waarneming der verbalisanten. Niet-nakoming van art. 320 Sv. heeft nietigheid ten gevolge.
Samenvatting
Voor zoover het voor het bewijs gebezigde proces-verbaal, waar het aan het slot de identiteit der twee vingerafdrukken vaststelt, niet weergeeft hetgeen de betrokken ambtenaren zelf hebben waargenomen en ondervonden, mocht het als een geschrift in den zin van art. 344, 1e lid onder 5 Sv. tot bewijs dienen, daar verband aanwezig is met den inhoud van andere in het vonnis gebezigde bewijsmiddelen, terwijl in cassatie niet kan worden onderzocht of het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.