Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden
1 Looptijd van de steunregelingen en evaluatie
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Vakgebied(en)
Staatssteun (V)
(638)
In overeenstemming met haar vaste praktijk in het kader van de vorige richtsnoeren verleent de Commissie, om tot de transparantie en de regelmatige doorlichting van alle bestaande steunregelingen bij te dragen, slechts toestemming voor steunregelingen van beperkte duur. Regelingen betreffende staatssteun voor interventies die overeenkomstig Verordening (EU) 2021/2115 worden gecofinancierd uit het Elfpo, moeten beperkt blijven tot de duur van de programmeringsperiode 2023-2027. Indien het recht van de Unie zulks toelaat, en in overeenstemming met de daarin vastgestelde voorwaarden, kunnen de lidstaten nieuwe verbintenissen voor plattelandsontwikkeling blijven aangaan op grond van Verordening (EU) 2021/2115 en de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen daarbij. Daarom zal de Commissie de onderhavige richtsnoeren ook op dergelijke nieuwe verbintenissen toepassen. De looptijd van andere steunregelingen mag maximaal zeven jaar bedragen.
(639)
Om te garanderen dat de verstoring van de mededinging en het handelsverkeer beperkt blijft, kan de Commissie eisen dat de in punt (640) bedoelde steunregelingen worden onderworpen aan een evaluatie achteraf. Er zullen evaluaties worden verricht voor regelingen waarvan de potentiële verstoring van de mededinging en het handelsverkeer zeer groot is, d.w.z. regelingen die de mededinging aanzienlijk dreigen te beperken of te verstoren als de uitvoering niet tijdig wordt geëvalueerd.
(640)
Een evaluatie achteraf kan vereist zijn voor steunregelingen waarvoor omvangrijke steunmiddelen zijn uitgetrokken of die nieuwe kenmerken bevatten, of wanneer aanzienlijke veranderingen van de markt, de technologie of de regelgeving worden verwacht. In ieder geval zal met ingang van 1 januari 2023 een evaluatie vereist zijn voor regelingen waarvan het staatssteunbudget of de geboekte uitgaven meer bedragen dan 150 miljoen EUR in een bepaald jaar of meer dan 750 miljoen EUR over de totale looptijd ervan, d.w.z. de gecombineerde looptijd van de regeling en alle voorgaande regelingen die een soortgelijk doel en geografisch gebied bestrijken. Gezien de doelstellingen van de evaluatie, en om de lidstaten niet onevenredig te belasten, is de evaluatie achteraf enkel vereist voor steunregelingen die een totale looptijd van meer dan drie jaar hebben en op of na 1 januari 2023 zijn ingegaan.
(641)
Van de vereiste evaluatie achteraf kan worden afgezien voor steunregelingen die een onmiddellijke opvolger zijn van een regeling die een soortgelijk doel en geografisch gebied bestreek en waarvoor een evaluatie is verricht, een eindevaluatieverslag is opgesteld volgens het door de Commissie goedgekeurde evaluatieplan en geen negatieve bevindingen zijn vastgesteld. Als het eindevaluatieverslag van een regeling niet strookt met het goedgekeurde evaluatieplan, moet de betrokken regeling onmiddellijk worden opgeschort.
(642)
In de evaluatie moet worden nagegaan of is voldaan aan de aannames en de voorwaarden die aan de verenigbaarheid van de regeling ten grondslag liggen, en met name en of de steunmaatregel noodzakelijk en doeltreffend is in het licht van de algemene en de specifieke doelstellingen ervan. Voorts moet worden beoordeeld wat de impact van de regeling is op de mededinging en de handel.
(643)
Voor steunregelingen die overeenkomstig punt (640) moeten worden geëvalueerd, moeten de lidstaten binnen de volgende termijnen een ontwerpevaluatieplan aanmelden, dat integrerend deel uitmaakt van de beoordeling door de Commissie van de regeling:
- a)
tegelijk met de steunregeling indien het staatssteunbudget voor de regeling in een bepaald jaar meer dan 150 miljoen EUR bedraagt of over de totale looptijd van de regeling hoger is dan 750 miljoen EUR;
- b)
uiterlijk dertig werkdagen na een aanzienlijke wijziging die het budget voor de regeling verhoogt tot meer dan 150 miljoen EUR in een bepaald jaar of tot meer dan 750 miljoen EUR over de totale looptijd van de regeling;
- c)
uiterlijk dertig werkdagen nadat in de officiële boekhouding uitgaven uit hoofde van de regeling zijn geregistreerd die in een bepaald jaar groter zijn dan 150 miljoen EUR.
(644)
Het ontwerpevaluatieplan moet in overeenstemming zijn met de door de Commissie verstrekte gemeenschappelijke methodologische beginselen (1). De lidstaten moeten het door de Commissie goedgekeurde evaluatieplan publiceren.
(645)
De evaluatie achteraf moet op basis van het evaluatieplan worden uitgevoerd door een deskundige die onafhankelijk is van de steunverlenende autoriteit. Elke evaluatie moet ten minste één tussentijds evaluatieverslag en één eindevaluatieverslag omvatten. De lidstaten moeten beide verslagen publiceren.
(646)
Het eindevaluatieverslag moet tijdig bij de Commissie worden ingediend zodat zij de eventuele verlenging van de steunregeling kan beoordelen, en ten laatste negen maanden voordat de regeling afloopt. Deze periode kan worden verkort voor regelingen waarvoor de evaluatievereiste in werking treedt in de loop van de laatste twee jaren van de uitvoering. De precieze reikwijdte van elke evaluatie en de nadere regelingen daaromtrent zullen worden vastgesteld in het besluit tot goedkeuring van de steunregeling. Bij de aanmelding van een eventuele latere steunmaatregel met een soortgelijke doelstelling moet worden beschreven hoe met de resultaten van de evaluatie rekening is gehouden.
Voetnoten
Werkdocument van de diensten van de Commissie, Gemeenschappelijke methodiek voor de evaluatie van staatssteun, Brussel, SWD(2014) 179 final van 28 mei 2014.