V-N 2012/15.13
Schorsende werking cassatieberoep kan niet via voorlopige voorziening worden opgeheven
HR 09-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BT2202, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 maart 2012
- Magistraten
Overgaauw, Lourens, Bavinck, Leemreis, Van Loon
- Zaaknummer
11/01714
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BT2202
- JCDI
JCDI:ADS180774:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BT2202, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑03‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BT2202, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2011
- Wetingang
art. 28 lid 7 AWR; art. 8:72 lid 5 en art. 8:81 Awb
Essentie
Schorsende werking cassatieberoep kan niet via voorlopige voorziening worden opgeheven
Samenvatting
X is voor 50% middellijk aandeelhouder in een bv. Vanaf 2004 heeft X zich jegens een bank tot een bedrag van p 500.000 borg gesteld voor de schulden van de bv. De bv staakt haar activiteiten eind 2005. In 2006 wordt X door de bank op grond van de borgtocht aangesproken voor een bedrag van € 500.000. Wegens de afwaardering van de voorwaardelijke regresvordering geeft X in 2005 een resultaat uit overige werkzaamheden aan van € 500.000 negatief. In geschil is het tijdstip en de hoogte van het door X ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.