Einde inhoudsopgave
Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
10-12-2013, Stcrt. 2013, 34708 (uitgifte: 17-12-2013, regelingnummer: IENM/BSK-2013/265935)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2013, Stcrt. 2013, 34708 (uitgifte: 17-12-2013, regelingnummer: IENM/BSK-2013/265935)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Waterrecht (V)
1.
De staat van vaste activa, bedoeld in artikel 4.71, eerste lid, onderdeel d, en artikel 4.72, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit bevat:
- a.
een overzicht van de immateriële vaste activa;
- b.
een overzicht van de materiële vaste activa, en
- c.
een overzicht van de financiële vaste activa.
2.
In het overzicht van de immateriële vaste activa worden de activa onderscheiden volgens de indeling van artikel 4.41, eerste lid, van het Besluit en worden van deze activa de volgende gegevens vermeld:
- a.
stand begin begrotingsjaar, te onderscheiden in:
- 1°
de aanschafprijs;
- 2°
de cumulatieve verminderingen; en
- 3°
de boekwaarde;
- b.
de mutaties in het begrotingsjaar te onderscheiden in:
- 1°
externe vermeerderingen;
- 2°
geactiveerde lasten;
- 3°
overige interne vermeerderingen;
- 4°
verkoop;
- 5°
ontvangen subsidies;
- 6°
afschrijvingen, en
- 7°
overige verminderingen;
- c.
stand einde begrotingsjaar, te onderscheiden in:
- 1°
de aanschafprijs;
- 2°
de cumulatieve verminderingen, en
- 3°
de boekwaarde.
3.
In het overzicht van de materiële vaste activa worden de activa onderscheiden naar activa die aan het begin van het begrotingsjaar reeds in exploitatie zijn en activa die op dat moment nog onderhanden zijn.
4.
In het overzicht van de materiële vaste activa worden zowel de activa in exploitatie als de activa die onderhanden zijn onderscheiden volgens de indeling van artikel 4.42, tweede lid, van het Besluit waarbij binnen de post grond-, weg- en waterbouwkundige werken worden onderscheiden:
- a.
waterkeringen;
- b.
watergangen, waterkwantiteitskunstwerken en gemalen;
- c.
zuiveringstechnische werken; zo mogelijk te onderscheiden in:
- 1°
transportsystemen;
- 2°
zuiveringinstallaties, en
- 3°
slibverwerkingsinstallaties;
- d.
wegen, en
- e.
vaarwegen en havens.
5.
Van de in het vierde lid bedoelde activa worden de volgende gegevens weergegeven:
- a.
stand begin begrotingsjaar, te onderscheiden naar:
- 1°
de aanschafprijs;
- 2°
het totaal van de cumulatieve afschrijvingen en bijdragen van reserves;
- 3°
de cumulatieve subsidies die zijn ontvangen;
- 4°
de cumulatieve waardecorrecties, en
- 5°
de boekwaarde.
- b.
de mutaties in het begrotingsjaar, te onderscheiden in:
- 1°
overname;
- 2°
nieuwbouw door derden;
- 3°
geactiveerde lasten;
- 4°
waardecorrectie leidend tot vermeerdering;
- 5°
overboeking onderhanden werk;
- 6°
verkoop;
- 7°
ontvangen bijdragen van de Europese Unie;
- 8°
ontvangen bijdragen van het Rijk;
- 9°
ontvangen bijdragen van provincies;
- 10°
ontvangen bijdragen van overige openbare lichamen;
- 11°
ontvangen bijdragen van overigen;
- 12°
afschrijvingen; en
- 13°
waardecorrectie leidend tot vermindering;
- c.
stand einde begrotingsjaar, te onderscheiden in:
- 1°
de aanschafprijs;
- 2°
het totaal van de cumulatieve afschrijvingen;
- 3°
de cumulatieve subsidies die zijn ontvangen;
- 4°
de cumulatieve waardecorrecties, en
- 5°
de boekwaarde.
6.
In het overzicht van de financiële vaste activa worden de activa onderscheiden volgens de indeling van artikel 4.43 van het Besluit, en worden van deze activa de volgende gegevens vermeld:
- a.
stand begin begrotingsjaar, te onderscheiden in:
- 1°
de aanschafprijs;
- 2°
de cumulatieve verminderingen, en
- 3°
de boekwaarde;
- b.
de mutaties in het begrotingsjaar te onderscheiden in:
- 1°
herwaardering leidend tot vermeerdering;
- 2°
overige vermeerderingen;
- 3°
waardecorrectie leidend tot vermindering, en
- 4°
overige verminderingen;
- c.
stand einde begrotingsjaar, te onderscheiden in:
- 1°
de aanschafprijs;
- 2°
de cumulatieve verminderingen, en
- 3°
de boekwaarde.