V-N 2018/58.4
Woningcorporatie kan volgens A-G toch gunstige regeling voortransitorische rente toepassen
HR (A-G) 21-09-2018, ECLI:NL:PHR:2018:1037, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
21 september 2018
- Zaaknummer
18/01686
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS24654:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1837, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1037, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2018
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Wattel stelt vast dat uit de toelichting bij de VSO blijkt dat bij de schuldwaardering de waarderingsregels in de financiële sector als uitgangspunt zijn genomen. De uitleg van het hof van de VSO is dan ook niet onbegrijpelijk.
Samenvatting
Stichting X is een woningcorporatie. In het kader van de integrale belastingplicht voor woningcorporaties per 1 januari 2008 worden door de branche VSO’s vastgesteld met de Belastingdienst. In haar VPB-aangifte 2008 passiveert X de transitorische rente op de fiscale openingsbalans onder de kortlopende schulden. Bij de openingsbalanswaardering van de langlopende schulden is de transitorische rente ook in aanmerking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.