RvdW 2022/191
Art. 81 lid 1 RO. Beroepsaansprakelijkheid. Faillissement. Had accountant van nadien gefailleerde vennootschap in jaarrekening van de vennootschap een voorziening moeten opnemen i.v.m. vordering van derde?
HR 04-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:116
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 februari 2022
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/01901
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Accounting / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:116, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:738, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑08‑2021
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Beroepsaansprakelijkheid. Faillissement. Had accountant van nadien gefailleerde vennootschap in jaarrekening van de vennootschap een voorziening moeten opnemen i.v.m. vordering van derde?
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/01901
Datum 4 februari 2022
ARREST
In de zaak van
Dominicus Cornelis POIESZ, in zijn hoedanigheid van curator in het
faillissement van WELSEC SCHILDERS- EN CLASSIFICEERBEDRIJF B.V., kantoorhoudende te Sneek,
EISER tot cassatie,
hierna: de curator,
advocaten: A.E.H. van der Voort Maarschalk en A. Stortelder,
tegen
DELOITTE ACCOUNTANTS B.V., gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Deloitte, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.