NJB 2014/16
EU-conforme uitleg van begrip ‘afvalstoffen’ uit de Wet milieubeheer in het licht van EG-verordening 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (EVOA): voorwerpen waarvan de houder zich ontdoet of voornemens is zich te ontdoen zijn afvalstoffen, ongeacht of zij bijvoorbeeld substantiële waarde hebben in het economisch verkeer, op zichzelf voor hergebruik geschikt zijn of niet afgedankt en niet versleten zijn, en blijven dat totdat zij de status van afvalstof hebben verloren
HR 03-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:1564
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 december 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma
- Zaaknummer
13/00195
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1564, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1353, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑07‑2013
- Wetingang
EVOA art. 2; Kaderrichtlijn afvalstoffen 2006 art. 1; Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen (PbEU2008, L 312); Wm art. 10.55, 10.60
Essentie
EU-conforme uitleg van begrip ‘afvalstoffen’ uit de Wet milieubeheer in het licht van EG-verordening 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (EVOA): voorwerpen waarvan de houder zich ontdoet of voornemens is zich te ontdoen zijn afvalstoffen, ongeacht of zij bijvoorbeeld substantiële waarde hebben in het economisch verkeer, op zichzelf voor hergebruik geschikt zijn of niet afgedankt en niet versleten zijn, en blijven dat totdat zij de status van afvalstof hebben verloren
Uitspraak
Inleiding:
OM-cassatie. Verdachte is vrijgesproken van de op de Wet Milieubeheer gebaseerde tenlastelegging die – kort gezegd – inhoudt (feit 1) dat zij te Rotterdam, althans in Nederland, in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.