Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Op grond van de hoofdregel van art. 150 Rv dient de partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten het bewijs van die feiten te leveren.
De schuldeiser die nakoming, schadevergoeding of ontbinding vordert, dient daarom te stellen en bij betwisting te bewijzen dat de verbintenis op grond waarvan hij nakoming, of bij wanprestatie schadevergoeding of ontbinding vordert, bestaat en tot nakoming verplicht. Beroept de schuldenaar zich erop dat hij nog niet behoeft na te komen omdat hij zich had verbonden onder een (opschortende) voorwaarde, dan vormt dit een bevrijdend verweer, waarvan de stelplicht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
GS Vermogensrecht, art. 3:38 BW, aant. 9.1
9.1 Bewijslast opschortende voorwaarde
mr. M.M. Olthof, actueel t/m 02-01-2023
02-01-2023
01-01-1992 tot: -
mr. M.M. Olthof
GS Vermogensrecht, art. 3:38 BW, aant. 9.1
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
rechtshandeling onder tijdsbepaling
voorwaardelijke rechtshandeling
Burgerlijk Wetboek Boek 3 artikel 38
Op grond van de hoofdregel van art. 150 Rv dient de partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten het bewijs van die feiten te leveren.
De schuldeiser die nakoming, schadevergoeding of ontbinding vordert, dient daarom te stellen en bij betwisting te bewijzen dat de verbintenis op grond waarvan hij nakoming, of bij wanprestatie schadevergoeding of ontbinding vordert, bestaat en tot nakoming verplicht. Beroept de schuldenaar zich erop dat hij nog niet behoeft na te komen omdat hij zich had verbonden onder een (opschortende) voorwaarde, dan vormt dit een bevrijdend verweer, waarvan de stelplicht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.