AB 2022/273
Beoordelingsruimte. Bewijs. Gedragslijn. Evenredigheidsbeginsel. Motiveringsbeginsel. Toetsing ex tunc of toch deels ex nunc? Was het noodzakelijk om de verleende toestemming om werkzaam te zijn als beveiliger in te trekken?
ABRvS 23-02-2022, ECLI:NL:RVS:2022:564, m.nt. R. Stijnen
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
23 februari 2022
- Magistraten
Mrs. B.J. van Ettekoven, N. Verheij, B.P.M. van Ravels
- Zaaknummer
202003790/1/A3
- Noot
R. Stijnen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS659925:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2022:564, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 23‑02‑2022
- Wetingang
Essentie
Beoordelingsruimte. Bewijs. Gedragslijn. Evenredigheidsbeginsel. Motiveringsbeginsel. Toetsing ex tunc of toch deels ex nunc? Was het noodzakelijk om de verleende toestemming om werkzaam te zijn als beveiliger in te trekken?
Samenvatting
De korpschef komt beoordelingsruimte toe bij de beoordeling of een betrokkene voldoende betrouwbaar is. Aan medewerkers in de beveiligingsbranche worden, gelet op de aard van deze branche, hogere eisen gesteld dan aan medewerkers in willekeurige andere betrekkingen. Dit betekent dat de korpschef als beoordelingsmaatstaf mag hanteren, dat de betrouwbaarheid en integriteit van beveiligingsmedewerkers boven iedere twijfel verheven moeten zijn (…).
Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (…) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.