Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1971 tot instelling van het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Bureau voor ondersteuning van Berec (Berec-Bureau), tot wijziging van Verordening (EU) 2015/2120 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1211/2009
Artikel 28 Indiening van de rekeningen en kwijting
Geldend
Geldend vanaf 20-12-2018
- Bronpublicatie:
11-12-2018, PbEU 2018, L 312 (uitgifte: 17-12-2018, regelingnummer: 2018/1971)
- Inwerkingtreding
20-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, PbEU 2018, L 312 (uitgifte: 17-12-2018, regelingnummer: 2018/1971)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
EU-recht / Instituties
Informatierecht / Europees informatierecht
Informatierecht / ICT
1.
De rekenplichtige van het Berec-Bureau dient de voorlopige rekeningen voor het begrotingsjaar uiterlijk 1 maart van het volgende begrotingsjaar in bij de rekenplichtige van de Commissie en bij de Rekenkamer.
2.
Het Berec-Bureau dient het verslag over het budgettaire en financiële beheer uiterlijk 31 maart van het volgende begrotingsjaar in bij het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer.
3.
Na ontvangst van de opmerkingen van de Rekenkamer over de voorlopige rekeningen van het Berec-Bureau stelt de rekenplichtige van het Berec-Bureau de definitieve rekeningen van het Berec-Bureau op onder zijn eigen verantwoordelijkheid. De directeur dient de definitieve rekeningen voor advies in bij de raad van bestuur.
4.
De raad van bestuur brengt advies uit over de definitieve rekeningen van het Berec-Bureau.
5.
De directeur dient de definitieve rekeningen, samen met het advies van de raad van bestuur, uiterlijk 1 juli van het jaar dat volgt op het afgesloten begrotingsjaar in bij het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer.
6.
Het Berec-Bureau maakt de definitieve rekeningen uiterlijk 15 november van het volgende jaar bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.
7.
De directeur dient uiterlijk 30 september van het volgende begrotingsjaar een antwoord in bij de Rekenkamer op de door haar geformuleerde opmerkingen. De directeur dient dit antwoord eveneens in bij aan de raad van bestuur.
8.
De directeur dient bij het Europees Parlement, op diens verzoek, overeenkomstig artikel 165, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (1), alle inlichtingen in die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het betrokken begrotingsjaar.
9.
Vóór 15 mei van het jaar N+2 verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, de directeur kwijting voor de uitvoering van de begroting van het begrotingsjaar N.
Voetnoten
Verordening (EU, Euratom) nr. 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014, en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).