Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 3.145
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
21-12-2016, Stb. 2016, 545 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34553)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2016, Stb. 2016, 545 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34553)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Teruggaaf geschiedt, behoudens het bepaalde in artikel 3 149, derde lid, op een schriftelijk bij de inspecteur in te dienen verzoek.
2.
Het verzoek om teruggaaf wordt binnen vijf jaren na het doen van de aangifte ten invoer ingediend.
3.
Het verzoek wordt ingediend door de persoon die gehouden is de invoerrechten te voldoen of die de invoerrechten heeft voldaan, dan wel degene die hem in zijn rechten en verplichtingen heeft opgevolgd, dan wel de vertegenwoordiger van eerder bedoelde personen.
4.
Het verzoek om teruggaaf dient vergezeld te gaan van alle bewijsstukken waarover de aanvrager beschikt. Wanneer de inspecteur dit nodig acht, kan hij een termijn vaststellen waarbinnen de aanvrager aanvullende bewijsstukken dient over te leggen.
5.
Indien het verzoek betrekking heeft op een ambtelijke vergissing bij de vaststelling van het bedrag van invoerrechten, wordt dit met voorrang behandeld.
6.
Teruggaaf wordt verleend aan de persoon die gehouden is de invoerrechten te voldoen of de invoerrechten heeft voldaan, dan wel aan degene die hem in zijn rechten en verplichtingen heeft opgevolgd.