RCR 2015/1
Opzegging kredietrelatie. Welke maatstaf dient te worden aangelegd bij de beoordeling of een bancaire relatie rechtsgeldig is opgezegd?
HR 10-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2929 (ING/De Keijzer Beheer)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
13/02588
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L de Vries Lentsch-Kostense
- Roepnaam
ING/De Keijzer Beheer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS919750:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2929, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:674, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑05‑2013
- Wetingang
Essentie
Opzegging kredietrelatie. Redelijkheid en billijkheid.
Welke maatstaf dient te worden aangelegd bij de beoordeling of een bancaire relatie rechtsgeldig is opgezegd? Is de opzegging van de kredietovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?
Samenvatting
Verweersters in cassatie hebben een kredietfaciliteit bij ING, bestaande uit een rekening-courant voor onbepaalde tijd en twee rentevaste leningen voor bepaalde tijd. Op enig moment beëindigt de bank de kredietfaciliteit omdat verweersters in een aantal verplichtingen tekort zijn geschoten. Als gevolg daarvan moeten de kredieten vervroegd worden afgelost. Ook eist de bank op grond van haar algemene voorwaarden een boete wegens vervroegde aflossing. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.