Einde inhoudsopgave
Regeling vordering contante waarde van periodieke verstrekkingen WAO en Wet WIA
Artikel 3 Berekening contante waarde
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2005
- Redactionele toelichting
verstand lees: verstande
- Bronpublicatie:
16-12-2005, Stcrt. 2005, 249 (uitgifte: 01-01-2005, regelingnummer: SV/AL/05/102177)
- Inwerkingtreding
29-12-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2005, Stcrt. 2005, 249 (uitgifte: 01-01-2005, regelingnummer: SV/AL/05/102177)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verzekeringen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
De contante waarde wordt berekend op basis van de formule:
òf, indien de factor L gelijk is aan de factor r:
A = 1,02 * (Uv * (1−c) * m + (UL − Uv) * (1 − cL) * mL)
waarbij:
A = de contante waarde;
m = het aantal maanden waarover de uitkering maximaal zal kunnen worden verstrekt;
mL = het aantal maanden waarover de loondervingsuitkering maximaal zal kunnen worden verstrekt;
c = een correctie op de periode waarover de uitkering wordt verstrekt, op grond van de kans op overlijden en op grond van zogenoemde individuele omstandigheden;
cL = een correctie op de periode waarover de loondervingsuitkering wordt verstrekt, op grond van de kans op overlijden en op grond van zogenoemde individuele omstandigheden;
Uv = het bedrag van de vervolguitkering per maand en de daarover aan de verzekerde toekomende vakantie-uitkering met dien verstand dat bij de bepaling van de contante waarde van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, bedoeld in hoofdstuk 6[lees: hoofdstuk VI] van de WAO, deze factor op 0 wordt gesteld;
UL = het bedrag van de loondervingsuitkering per maand en de daarover aan de verzekerde toekomende vakantie-uitkering;
L = het gemiddeld stijgingspercentage van het dagloon, bedoeld in artikel 14 van de WAO of artikel 13 van de Wet WIA, over een periode van een maand;
r = het interestpercentage per maand.