Prg. 2019/258
Aanspraak op normloon. Werknemer hoeft niet te bewijzen dat hij aan de functie-eisen voldoet. Hij dient enkel te stellen dat hij een arbeidsovereenkomst is aangegaan, de CAO van toepassing is en dat hij is tewerkgesteld.
HR 30-08-2019, ECLI:NL:HR:2019:1294
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 augustus 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/02755
- Conclusie
P-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1294, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑08‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:530, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2018
- Wetingang
Art. 150 CAO van de houtwerkende industrie Rv; art. 10 (art. 79) RO
Essentie
Arbeidsrecht. Dient werknemer in procedure te bewijzen dat hij aan functie-eisen voldoet en in aanmerking komt voor het ‘normloon’?
Nee. Werknemer dient enkel te stellen dat sprake is van een arbeidsovereenkomst, dat een CAO van toepassing is en dat hij is tewerkgesteld. Het is vervolgens aan werkgever om te bewijzen dat werknemer geen aanspraak maakt op normloon.
Samenvatting
Volgens werknemer is werkgever hem krachtens CAO het ‘normloon’ verschuldigd. Werkgever stelt dat werknemer niet aan de functievereisten voldoet en dat zij kan volstaan met betaling van het loon conform de instroomschaal. De kantonrechter kent de vordering toe. Het hof vernietigt, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.