Einde inhoudsopgave
Wet zeevarenden
Artikel 48e
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2012
- Bronpublicatie:
06-07-2011, Stb. 2011, 394 (uitgifte: 31-08-2011, kamerstukken: 32534)
- Inwerkingtreding
01-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-07-2012, Stb. 2012, 516 (uitgifte: 31-10-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Een certificaat maritieme arbeid vervalt, indien:
- a.
een deel van het schip wordt verbouwd waarvoor krachtens artikel 48 gestelde eisen gelden, of in de inrichting of de uitrusting waarvoor krachtens artikel 48 gestelde voorschriften gelden, ingrijpende wijzigingen worden aangebracht;
- b.
het schip een buitenlands schip wordt;
- c.
het tijdvak waarvoor het certificaat geldt, is verstreken;
- d.
de tijdens de geldigheidsduur van het certificaat verplicht gestelde onderzoeken als bedoeld in artikel 48c, derde lid, niet of niet tijdig hebben plaatsgevonden, behoudens in bij ministeriële regeling omschreven bijzondere gevallen;
- e.
het schip van naam verandert of een ander letterteken of nummer krijgt, of het schip niet langer wordt beheerd door de scheepsbeheerder vermeld op het certificaat maritieme arbeid.
2.
Onze Minister kan een certificaat intrekken, wanneer blijkt dat:
- a.
de bouw, de inrichting of de uitrusting van het schip waarvoor krachtens artikel 48 gestelde voorschriften gelden, in belangrijke mate afwijkt van de gegevens van het certificaat;
- b.
het schip of de scheepsbeheerder niet langer voldoet aan de in artikel 48c, eerste lid, bedoelde voorschriften of aan de voor het desbetreffende schip afgegeven verklaring naleving maritieme arbeid en de vereiste corrigerende maatregelen niet zijn getroffen.
3.
Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat certificaten in bij die regeling te bepalen gevallen bovendien vervallen, wanneer het schip aan zijn oorspronkelijke bestemming wordt onttrokken.
4.
De scheepsbeheerder zendt een vervallen of ingetrokken certificaat zo spoedig mogelijk aan Onze Minister.