NJ 1963/78
Werkelijke waarde van een te onteigenen goed. Verdisconteren van voortschrijdende waardestijging geoorloofd? In hoeverre moet bij de bepaling van schade wegens gederfde bedrijfsinkomsten worden rekening gehouden met interest van het door onteigening vrijkomend kapitaal?
HR 18-10-1961, ECLI:NL:HR:1961:163
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 oktober 1961
- Magistraten
Mrs. Boltjes, van Rijn van Alkemade, van der Loos, Dubbink en Tekenbroek
- Zaaknummer
[18101961/NJ_1963-78]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS139567:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1961:163, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑10‑1961
- Wetingang
(OW art. 40.)
Essentie
Werkelijke waarde van een te onteigenen goed. Verdisconteren van voortschrijdende waardestijging geoorloofd? In hoeverre moet bij de bepaling van schade wegens gederfde bedrijfsinkomsten worden rekening gehouden met interest van het door onteigening vrijkomend kapitaal?
Samenvatting
De klacht in cassatie, dat de Rb. in de geschatte waarde van het te onteigenen goed de voortschrijdende prijs- en waardestijging heeft „verdisconteerd", zou alleen juist zijn, indien uit het vonnis zou blijken, dat deskundigen en Rb. met genoemd „verdisconteren'' hebben bedoeld het verhogen van de verkoopwaarde van de te onteigenen grond op het tijdstip van onteigening met een zeker bedrag wegens verwachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.