NJB 2021/2417:Voorwaardelijk opzet bij doodslag in het verkeer en paniek, art. 287 Sr: het hof kon oordelen dat daarvan in casu sprake is, mede erop gelet dat de verdachte kort voor de in de tenlastelegging bedoelde aanrijding een andere aanrijding heeft veroorzaakt, de verdachte – die wist dat hij was gaan rijden terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard en hij (te) veel alcohol had gedronken – kennelijk ‘koste wat het kost’ wilde ontkomen aan een aanhouding naar aanleiding van de eerste aanrijding, hij daarbij ‘een grote mate van onverschilligheid heeft getoond ten aanzien van zijn rijgedrag en de veiligheid van anderen’ en hij toen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat een fatale aanrijding zou plaatsvinden. Daarbij is voorts relevant wat het hof heeft vastgesteld over het (rij) gedrag van de verdachte, de bewustheid van de verdachte omtrent de bijzondere situatie ter plaatse gedurende die nieuwjaarsnacht en de omstandigheden waaronder de verdachte met de door hem bestuurde bestelauto tegen de voetganger is aangereden en daarna is doorgereden waarbij hij, ondanks de waarschuwing van een zich in de bestelbus bevindende bijrijder dat de verdachte iemand had aangereden, over de benen van [slachtoffer 1] heen is gereden toen zij van de motorkap van de bestelbus op de rijbaan viel. Anders dan in de toelichting op het cassatiemiddel wordt betoogd, doet daaraan niet af dat de verdachte naar eigen zeggen in paniek was.