Einde inhoudsopgave
Verordening op de advocatuur
Artikel 2.28 Opleidings- en examengeld beroepsopleiding advocaten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
03-12-2020, Stcrt. 2020, 65318 (uitgifte: 18-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-2020, Stcrt. 2020, 65318 (uitgifte: 18-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
1.
De uitvoeringsorganisatie brengt aan de stagiaire die deelneemt aan de beroepsopleiding advocaten, respectievelijk het in artikel 3.19, eerste lid, genoemde examen, opleidings- en examengeld in rekening voor het voorportaal, met uitzondering van de basistest, en de onderwijsonderdelen, bedoeld in artikel 3.14, eerste lid, aanhef en onderdeel b. De aanbieder, bedoeld in artikel 3.23, brengt aan de stagiaire, bedoeld in de eerste volzin, het verschuldigde bedrag voor de basistest in rekening. De factuur kan op naam worden gesteld van het kantoor van de stagiaire.
2.
De hoogte van het opleidings- en examengeld onderscheidenlijk het verschuldigde bedrag voor de basistest wordt vastgesteld door de algemene raad.