WR 2022/56
Algemene voorwaarden – woonruimte – onderhuur – tekortkoming: bewijsbeding niet onredelijk bezwarend; verboden onderverhuur; hoofdverblijf; bewijsopdracht
Hof Den Haag 09-11-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:2142, m.nt. C.L.J.M. de Waal
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
9 november 2021
- Magistraten
Mrs. J.I. de Vreese-Rood, A.A. Muilwijk-Schaaij, J.M. Heikens
- Zaaknummer
200.276.887
- Noot
C.L.J.M. de Waal
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS639893:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2021:2142, Uitspraak, Hof Den Haag, 09‑11‑2021
- Wetingang
Art. 6:236 onder k, art. 6:237 onder b BW; Richtlijn 93/13 EEG
Essentie
Algemene voorwaarden – woonruimte – onderhuur – tekortkoming: bewijsbeding niet onredelijk bezwarend; verboden onderverhuur; hoofdverblijf; bewijsopdracht
Samenvatting
Verhuurster vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning wegens verboden onderverhuur door huurder, het niet hebben van het hoofdverblijf door huurder en een huurachterstand. Volgens art. 8.16 Algemene Huurvoorwaarden is het aan de huurder om aan te tonen dat hij zijn hoofdverblijf onafgebroken in het gehuurde heeft behouden, indien de verhuurder het vermoeden heeft dat het gehuurde aan een derde in gebruik is gegeven of is onderverhuurd zonder haar voorafgaande schriftelijke toestemming. Als sprake is van een deugdelijke onderbouwing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.