Prg. 2014/16
Prejudiciële vraag aan Hoge Raad: Is crediteur ook vergoeding voor gemaakte incassokosten verschuldigd, indien de schuldeiser na het versturen van de ‘veertiendagenbrief’ geen andere incassohandelingen meer heeft verricht? Rechtspraak en richtlijn spreken elkaar tegen.
Ktr. Arnhem 23-10-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:4081 (Fa-Med)
- Instantie
Rechtbank Gelderland (Kamer voor kantonzaken Arnhem)
- Datum
23 oktober 2013
- Magistraten
Mr. B.J. Engberts
- Zaaknummer
2410395 \ CV EXPL 13-14923 \ BE \ 340 \ be
- Roepnaam
Fa-Med
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBGEL:2013:4690, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 20‑11‑2013
ECLI:NL:RBGEL:2013:4081, Uitspraak, Rechtbank Gelderland (Kamer voor kantonzaken Arnhem), 23‑10‑2013
- Wetingang
Essentie
Consumentenrecht. Is voor het recht op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten meer vereist dan enkel het sturen van de ‘veertiendagenbrief’?
Onduidelijk. Discrepantie tussen rechtspraak en rechterlijk Rapport BGK-Integraal 2013. Prejudiciële vraag aan Hoge Raad.
Samenvatting
Fa-Med BV heeft twee vorderingen in het kader van zorgverlening aan haar gecedeerd gekregen en vordert veroordeling tot betaling van € 1.156,58 en € 44,72 aan hoofdsommen, alsmede vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten van € 213,49. Voor elke vordering is een afzonderlijke aanmaning verzonden. Gedaagde is niet verschenen.
De kantonrechter overweegt in het tussenvonnis dat Fa-Med, naast het sturen van de twee zogenaamde veertiendagenbrieven ex ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.