RSV 2019/97
Toepassing van het leerstuk van afgeleid belang in algemene zin en in het sociaal domein in het bijzonder – belanghebbende – persoonsgebonden budget – zelfstandig belang van zorgcentrum in verband met vermogenspositie
CRvB 05-03-2019, ECLI:NL:CRVB:2019:669
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
5 maart 2019
- Magistraten
Mrs. H.C.P. Venema, R.M. van Male, T.G.M. Simons, B.J. van Ettekoven, C.H.M. van Altena
- Zaaknummer
16/2353 WMO
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Individuele voorzieningen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2019:669, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 05‑03‑2019
- Wetingang
Art. 2.3.1, 2.3.6 Wet maatschappelijke ondersteuning; art. 1:2, 8:1 Algemene wet bestuursrecht
Essentie
Toepassing van het leerstuk van afgeleid belang in algemene zin en in het sociaal domein in het bijzonder – belanghebbende – persoonsgebonden budget – zelfstandig belang van zorgcentrum in verband met vermogenspositie
Samenvatting
In navolging van de conclusie van de raadsheer advocaat-generaal van 7 november 2018, [ECLI:NL:CRVB:2018:3474], komt de grote kamer van de CRvB tot de slotsom dat het betrokken zorgcentrum een eigen zelfstandig belang heeft bij het besluit omdat aannemelijk is dat zij in haar vermogenspositie wordt geraakt. Zij heeft bovendien voldoende belang bij een oordeel over de uitspraak van de rechtbank, omdat aannemelijk is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.