Einde inhoudsopgave
Embryowet
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2020
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 229 (uitgifte: 07-07-2020, kamerstukken: 35173)
- Inwerkingtreding
01-10-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-09-2020, Stb. 2020, 332 (uitgifte: 11-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Gezondheidsrecht / Medische ethiek
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
1.
Het bestuur van een instelling waar buiten het menselijk lichaam embryo's tot stand worden gebracht of anderszins handelingen met embryo's worden verricht, stelt na advies van de commissie die ingevolge de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen is belast met het beoordelen van onderzoeksvoorstellen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek in de instelling, een protocol vast betreffende handelingen met geslachtscellen en embryo's. Wijzigingen en aanvullingen van het protocol behoeven eveneens voorafgaand advies van bedoelde commissie.
2.
In het protocol worden, voor zover in de instelling van toepassing, met inachtneming van de artikelen 5 tot en met 9a regels gesteld betreffende de zeggenschap over geslachtscellen en embryo's, het tot stand brengen van embryo's buiten het menselijk lichaam, het tot stand brengen van een zwangerschap met die embryo's en het gebruik van geslachtscellen en embryo's voor andere doeleinden.
3.
Het protocol bevat in ieder geval regels met betrekking tot:
- a.
de wijze waarop de ovulatiestimulatie plaatsvindt;
- b.
de wijze waarop geslachtscellen worden verkregen;
- c.
de werkwijze bij de bevruchting en bij de ontwikkeling en implantatie van de embryo's;
- d.
de wijze waarop geslachtscellen en embryo's worden bewaard en waarop de herkomst en de bewaring worden vastgelegd in de administratie van de instelling;
- e.
de termijn gedurende welke geslachtscellen en embryo's worden bewaard en de gang van zaken daarna;
- f.
de werkwijze betreffende het ter beschikking stellen van geslachtscellen en embryo's voor andere doeleinden en gebruik na overlijden;
- g.
de wijze waarop betrokkene wordt ondersteund bij het nemen van een beslissing omtrent donatie van geslachtscellen ten behoeve van de zwangerschap van een ander, indien voor de verkrijging van de geslachtscellen een invasieve ingreep bij betrokkene noodzakelijk is.