NJB 2023/1176:‘Binnendringen’ bij computervredebreuk, art. 138ab lid 1 Sr: daarvan is sprake wanneer de toegang tot (een deel van) een geautomatiseerd werk wordt verschaft tegen de onmiskenbare wil van de rechthebbende. In casu gaat het om gebruikmaking van inloggegevens van de beveiligde server van het bedrijf waarvoor verdachte ongeveer vijftien jaar werkzaam is geweest als boekhouder/financial controller en over welke inloggevens hij in die hoedanigheid beschikte. Het hof kon oordelen dat de verdachte met behulp van een ‘valse sleutel’ i.d.z.v. art. 138ab lid 1, aanhef en onder c, Sr een (deel van een) geautomatiseerd werk wederrechtelijk is binnengedrongen, mede erop gelet dat de toegang die de verdachte zich heeft verschaft tot de bedrijfsserver om – zonder enig verband met zijn voormalige werkzaamheden voor het bedrijf – informatie te verzamelen die een ander kon gebruiken in diens civiele procedure tegen het bedrijf, inging tegen de onmiskenbare wil van het bedrijf. Daaraan doet niet af de enkele omstandigheid dat de verdachte destijds mogelijk ook nog rechtmatige (boekhoudkundige) werkzaamheden voor het bedrijf heeft verricht. Bijzondere strafuitsluitingsgrond art. 273 lid 2 Sr: bekendmaking in het algemeen belang (van de door computervredebreuk verkregen gegevens). In casu kon het hof oordelen dat het op verzoek bijstaan van een collega in een ontslagprocedure niet heeft te gelden als een zodanig zwaarwegend belang dat dit het overtreden van de strafwet zou rechtvaardigen.