Einde inhoudsopgave
Zaaizaad- en plantgoedwet 2005
Artikel 74 [Verval bij uitblijven betaling]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2006
- Bronpublicatie:
19-02-2005, Stb. 2005, 184 (uitgifte: 07-04-2005, kamerstukken: 29650)
- Inwerkingtreding
01-02-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-01-2006, Stb. 2006, 41 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Een kwekersrecht vervalt van rechtswege, zodra zes maanden zijn verstreken sinds de vergoeding, bedoeld[lees: bedoeld in]artikel 6, tweede lid, onderdeel f, verschuldigd is geworden, zonder dat betaling daarvan heeft plaats gehad. Van dit vervallen wordt in het rassenregister aantekening gedaan.
2.
Indien binnen veertien dagen na de vervaldag niet is betaald wordt degene, die volgens het rassenregister houder van het kwekersrecht is, door de Raad bij aangetekende brief aan zijn verplichting tot betaling herinnerd.
3.
Indien een maand na de vervaldag nog niet is betaald, wordt hiervan binnen veertien dagen schriftelijk mededeling gedaan aan allen, die blijkens in het rassenregister ingeschreven stukken rechten op het kwekersrecht of licenties hebben verkregen of rechtsvorderingen het kwekersrecht betreffende hebben ingesteld.