RAR 2015/39
Herroeping. Wie is, in geval van een verzoek tot herroeping, de rechter die in laatste feitelijke instantie over de zaak heeft geoordeeld?
HR 05-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3536
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 december 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. de Groot
- Zaaknummer
14/03149
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920119:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3536, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1856, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑10‑2014
- Wetingang
Art. 384 Rv; art. 7:685 lid 11 BW
Essentie
Ontbinding arbeidsovereenkomst. Herroeping. Doorbrekingsgrond.
Wie is, in geval van een verzoek tot herroeping, de rechter die in laatste feitelijke instantie over de zaak heeft geoordeeld?
Samenvatting
De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst van werknemer ontbonden zonder toekenning van een ontslagvergoeding. Het door werknemer tegen deze beschikking ingestelde hoger beroep is door het hof verworpen op de grond dat werknemer onvoldoende heeft onderbouwd dat het fundamentele beginsel van hoor- en wederhoor is geschonden. Werknemer heeft vervolgens het hof verzocht de beschikking van de kantonrechter en/of van het hof te herroepen. Aan dit verzoek heeft werknemer ten grondslag gelegd dat de ontbindingsbeschikking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.