NJ 2015/159
Tongzoen. Terbeschikkingstelling mede op grond van feiten waarvoor verdachte niet onherroepelijk is veroordeeld.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 januari 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/04816
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
P.H.P.H.M.C. van Kempen
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS128014:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:56, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2390, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑06‑2013
- Wetingang
Essentie
1. Nu blijkens de bewezenverklaring niet alleen sprake is van een tongzoen, maar ook van andere handelingen die wel seksueel binnendringen opleveren, is het bewezenverklaarde terecht gekwalificeerd als — kort samengevat — verkrachting van iemand jonger dan 16 jaar. HR merkt op dat in art. 245 Sr ook is strafbaar gesteld het in de daar genoemde gevallen plegen van ontuchtige handelingen die ‘mede’ bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, dus het plegen van handelingen die aan het seksueel binnendringen voorafgaan dan wel daarop volgen of daarmee gepaard gaan (vgl. HR 18 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZD1456 ...