NJB 2011, 261
HR, 21-01-2011, nr. 09/00422
HR 21-01-2011, ECLI:NL:HR:2011:BL0202
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
21 januari 2011
- Magistraten
Mrs. Van Vliet, Lourens, Leemreis, Punt en Van Loon;
- Zaaknummer
09/00422
- Conclusie
A-G Van Ballegooijen
- LJN
BL0202
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BL0202, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 21‑01‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BL0202, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2009
- Wetingang
IW 1990 art. 36; Zesde richtlijn art. 21
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid. (Onweerlegbaar) bewijsvermoeden. Is art. 36 lid 4 IW 1990 in strijd met het communautaire recht? Communautaire rechtszekerheidsen evenredigheidsbeginsel.
Uitspraak
Principaal cassatieberoep Staatssecretaris; incidenteel cassatieberoep belanghebbende.
Uit de conclusie van de A-G, onder meer: ‘5.2 Artikel 36, vierde lid Invorderingswet luidt:
4. Indien het lichaam niet of niet op juiste wijze aan zijn in het tweede lid bedoelde verplichting (CvB: het tijdig melden van de betalingsonmacht) heeft voldaan, is een bestuurder op de voet van het bepaalde in het derde lid aansprakelijk, met dien verstande dat wordt vermoed dat de niet betaling aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.