RBP 2017/43
Processueel ondeelbare rechtsverhouding. Kan in hoger beroep een beslissing worden genomen over een processueel ondeelbare rechtsverhouding in het geval dat niet alle deelgenoten in die verhouding in het geding zijn betrokken?
HR 10-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:411
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 maart 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/04414
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- JCDI
JCDI:ADS926101:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:411, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1173, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑12‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑09‑2015
- Wetingang
Essentie
Processueel ondeelbare rechtsverhouding.
Kan in hoger beroep een beslissing worden genomen over een processueel ondeelbare rechtsverhouding in het geval dat niet alle deelgenoten in die verhouding in het geding zijn betrokken? Dient de rechter gelegenheid te geven om de niet opgeroepen deelgenoten alsnog in het geding te betrekken?
Samenvatting
Tot de nalatenschap van erflaatster waren vier erfgenamen gerechtigd. Zij waren allen betrokken bij de procedure in eerste aanleg waarbij de rechtbank een boedelbeschrijving en de verdeling van de nalatenschap heeft vastgesteld. Vervolgens heeft een van de erfgenamen (A) hoger beroep ingesteld. Dit hoger beroep was gericht tegen erfgenaam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.