Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie
Artikel 25 Herstel- en afwikkelingsprocedures
Geldend
Geldend vanaf 19-08-2014
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 19-08-2014.
- Bronpublicatie:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Inwerkingtreding
19-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Vakgebied(en)
Bankzaken (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
De Autoriteit draagt bij tot en neemt actief deel in de ontwikkeling en coördinatie van doeltreffende, consistente en geactualiseerde herstel- en afwikkelingsplannen voor financiële instellingen. Wanneer hierin is voorzien in de in artikel 1, lid 2, bedoelde Uniehandelingen, draagt de Autoriteit bij tot de ontwikkeling van procedures voor noodsituaties en preventieve maatregelen teneinde het systeemeffect van het failliet gaan van financiële instellingen zo beperkt mogelijk te houden.
1 bis.
De Autoriteit kan collegiale toetsingen van de uitwisseling van informatie en van de gezamenlijke activiteiten van de in de Verordening (EU) nr. 806/2014 bedoelde afwikkelingsraad en nationale afwikkelingsautoriteiten van lidstaten die niet aan het gemeenschappelijk afwikkelingmechanisme deelnemen, in de afwikkeling van grensoverschrijdende groepen organiseren en voeren, teneinde de resultaten doeltreffender en samenhangender te maken. De Autoriteit ontwikkelt te dien einde methoden om objectieve beoordeling en vergelijking mogelijk te maken.
2.
De Autoriteit kan beste praktijken vaststellen die ertoe strekken de afwikkeling van failliet gaande instellingen en in het bijzonder grensoverschrijdende groepen te vergemakkelijken, volgens methoden die besmetting voorkomen, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de passende instrumenten, inclusief de nodige middelen, beschikbaar zijn, en die het mogelijk maken de instelling of de groep op een ordelijke, kostenefficiënte en tijdige manier af te wikkelen.
3.
De Autoriteit kan overeenkomstig de procedure van de artikelen 10 tot en met 15 technische reguleringsnormen en technische uitvoeringsnormen vaststellen als omschreven in de in artikel 1, lid 2, bedoelde wetgevingshandelingen.