RFR 2013/4
Huwelijksvermogensrecht. Ontstaat tussen samenlevers een gemeenschappelijk vermogen, door het aangaan van effectenrekeningen op beider naam?
HR 19-10-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5636
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 oktober 2012
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, J.C. van Oven, M.A. Loth, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
11/01207
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- LJN
BX5636
- JCDI
JCDI:ADS912927:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX5636, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX5636, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑10‑2012
- Wetingang
BW art. 3:166, 6:16
Essentie
Huwelijksvermogensrecht.
Ontstaat tussen samenlevers een gemeenschappelijk vermogen, door het aangaan van effectenrekeningen op beider naam?
Samenvatting
Partijen hebben van 1980 tot april 2004 een affectieve relatie gehad. Zij hebben geen samenlevingscontract gesloten. Het vermogen dat de vrouw heeft ontvangen uit de verkoop van panden en een restaurant, die aan haar in eigendom toebehoorden, werd gestort op 2 effectenrekeningen op naam van beide partijen. De vrouw zette het aandelenbezit en de liquiditeiten op beider naam op 22 juni 2004 over op haar naam. De man vorderde verdeling van de bestaande gemeenschap en uitbetaling van de helft van de saldi op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.