Einde inhoudsopgave
Protocol tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad
Artikel 10 Algemene vereisten voor vergunning- of autorisatiestelsels met betrekking tot uitvoer, invoer en doorvoer
Geldend
Geldend vanaf 03-07-2005
- Bronpublicatie:
31-05-2001, Trb. 2004, 37 (uitgifte: 19-02-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-07-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-10-2005, Trb. 2005, 232 (uitgifte: 04-10-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elke Staat die Partij is, creëert of handhaaft een effectief vergunning- of autorisatiestelsel voor uitvoer en invoer, alsmede voor maatregelen betreffende de internationale doorvoer, voor de overdracht van vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie.
2.
Voordat wordt overgegaan tot de afgifte van uitvoervergunningen of autorisaties voor zendingen vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, verifieert elke Staat die Partij is:
- a.
dat de Staten van invoer invoervergunningen of autorisaties hebben afgegeven, en
- b.
dat de Staten van doorvoer, zonder afbreuk te doen aan bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen ter begunstiging van Staten zonder zeegrens, voorafgaand aan de verzending ten minste schriftelijk kennis hebben gegeven van het feit dat zij geen bezwaar tegen de doorvoer hebben.
3.
De invoer- en uitvoervergunning of autorisatie en de begeleidende documentatie omvatten tezamen ten minste gegevens met betrekking tot de plaats en datum van afgifte, de vervaldatum, het land van uitvoer, het land van invoer, de uiteindelijke ontvanger, een omschrijving van en de hoeveelheid vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie en, wanneer sprake is van doorvoer, de landen van doorvoer. De in de invoervergunning vervatte gegevens moeten van tevoren aan de Staten van doorvoer worden verstrekt.
4.
De invoerende Staat die Partij is, stelt de uitvoerende Staat die Partij is, op diens verzoek, op de hoogte van de ontvangst van de verzonden zending vuurwapens, hun onderdelen, componenten of munitie.
5.
Elke Staat die Partij is neemt, binnen de beschikbare middelen, de maatregelen die nodig kunnen zijn om te garanderen dat de procedures voor vergunningverlening en autorisatie veilig zijn en dat de echtheid van vergunnings- of autorisatiedocumenten kan worden geverifieerd of bevestigd.
6.
De Staten die Partij zijn, kunnen vereenvoudigde procedures aannemen voor de tijdelijke invoer, uitvoer en doorvoer van vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, ten behoeve van verifieerbaar legale doeleinden zoals de jacht, schietsport, onderzoek, tentoonstellingen of reparaties.