V-N 2013/19.8
Verzoek tot toekennen van een vergoeding van immateriële schade wegens termijnoverschrijding door het hof mag niet voor het eerst in cassatie worden gedaan
HR 19-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BX0942, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 april 2013
- Magistraten
Overgaauw, Punt, Sterk, Van Loon, Fierstra
- Zaaknummer
11/02685
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BX0942
- JCDI
JCDI:ADS23951:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BX0942, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑04‑2013
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BX0942, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑06‑2012
- Wetingang
art. 8:73 Awb; art. 22 lid 1 onderdeel b en 8a lid 4 Wet IB 1964
Essentie
Verzoek tot toekennen van een vergoeding van immateriële schade wegens termijnoverschrijding door het hof mag niet voor het eerst in cassatie worden gedaan
Samenvatting
X heeft beroep en hoger beroep ingesteld tegen de aanslag IB/PVV 1998. X stelt dat wederrechtelijk verkregen voordeel niet in de heffing kan worden betrokken wanneer in het kader van een ontnemingsprocedure is bepaald dat de genieter dit voordeel moet terugbetalen. Hof Amsterdam verwerpt het betoog van X, maar vermindert om andere redenen wel de aanslag. X gaat in cassatie en stelt daar onder meer, dat de redelijke termijn van berechting is overschreden. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.