Einde inhoudsopgave
Tweede Protocol bij het Haags Verdrag van 1954 inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 09-03-2004
- Redactionele toelichting
Art. 11 en 40 zijn gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2007, 84).
- Bronpublicatie:
26-03-1999, Trb. 2005, 279 (uitgifte: 11-11-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
09-03-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-1999, Trb. 2005, 279 (uitgifte: 11-11-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Protocol van 26 maart 1999
De Partijen,
Zich bewust van de noodzaak de bescherming van cultuurgoederen in geval van een gewapend conflict te verbeteren en een versterkt systeem voor de bescherming van speciaal aangewezen cultuurgoederen in te stellen;
Opnieuw bevestigend het belang van de bepalingen van het Verdrag inzake de bescherming van cultuurgoederen in geval van een gewapend conflict, gedaan te 's-Gravenhage op 14 mei 1954, en de noodzaak benadrukkend deze bepalingen aan te vullen met maatregelen om de uitvoering ervan te versterken;
Geleid door de wens de Hoge Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag een middel te verschaffen om nauwer betrokken te zijn bij de bescherming van cultuurgoederen in geval van een gewapend conflict door het instellen van daarvoor geschikte procedures;
Overwegende dat de regels met betrekking tot de bescherming van cultuurgoederen in geval van een gewapend conflict de ontwikkelingen van het internationale recht dienen weer te geven;
Bevestigend dat de regels van het internationale gewoonterecht van toepassing blijven op vraagstukken die door dit Protocol niet worden geregeld;
Zijn het volgende overeengekomen:
Verdragpartijgroep