V-N 2020/7.16
Geen vrijstelling overdrachtsbelasting voor ruziesplitsing, ondanks vrijstelling IB en VPB
Hof Arnhem-Leeuwarden 17-12-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:10951, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
17 december 2019
- Magistraten
Van der Wal, Fortuin, Van der Vegt
- Zaaknummer
19/00225
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS183203:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fusie en splitsing
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2019:10951, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17‑12‑2019
- Wetingang
art. 15 lid 1 onderdeel h BRv 1970
Essentie
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat er vanwege het louter passief vermogensbeheer van de betrokken bv's geen sprake kan zijn van ‘zakelijke overwegingen op grond waarvan de splitsing heeft plaatsgevonden’. De naheffing is dus terecht.
Samenvatting
Een broer en zus bezitten ieder 50% van de aandelen in G bv. De broer exploiteert via een andere bv een juweliersbedrijf dat is gevestigd in een pand van een 100%-dochtervennootschap (H bv) van G bv. De verhouding tussen de broer en zus is dermate moeizaam dat sprake is van een bestuursvacuüm. H bv wordt daarom juridisch gesplitst. De aandelen in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.