NJB 2013/2210
Voorzorgsmaatregelen die zijn geboden ingevolge het ʻgoede zeemanschapʼ als bedoeld in art. 1.04 Binnenvaartpolitiereglement. In casu vaargedrag dusdanig gevaarvol dat de door verdachte getroffen voorzorgsmaatregelen ontoereikend waren om te voorkomen dat het leven van de passagiers in gevaar werd gebracht
HR 01-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:818
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 oktober 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/03958
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Vervoersrecht / Binnenvaart
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:818, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑10‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:853, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑07‑2013
- Wetingang
(Binnenvaartpolitiereglement art. 1.04)
Essentie
Voorzorgsmaatregelen die zijn geboden ingevolge het ʻgoede zeemanschapʼ als bedoeld in art. 1.04 Binnenvaartpolitiereglement. In casu vaargedrag dusdanig gevaarvol dat de door verdachte getroffen voorzorgsmaatregelen ontoereikend waren om te voorkomen dat het leven van de passagiers in gevaar werd gebracht
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij ʻals schipper van een snelle motorboot daarmede heeft gevaren op de rivier Maas, zijnde een openbaar voor de scheepvaart openstaand water in het Rijk gelegen, terwijl uitdrukkelijke voorschriften in het Binnenvaartpolitiereglement ontbraken, niet alle voorzorgsmaatregelen heeft genomen die volgens goede zeemanschap en/of door omstandigheden waarin dat schip of dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.