Einde inhoudsopgave
Wet milieubeheer
Artikel 17.19 [Maatregelen bij onduldbaar gevaar]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 262 (uitgifte: 17-07-2020, kamerstukken: 35218)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2021, Stb. 2021, 176 (uitgifte: 09-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien stoffen, mengsels of genetisch gemodificeerde organismen, dan wel handelingen daarmee, naar het oordeel van Onze Minister onduldbaar gevaar opleveren voor de gezondheid van de mens of voor het milieu, kan hij, zo nodig met behulp van de sterke arm, alle maatregelen nemen die hij in het belang van de bescherming van de gezondheid van de mens en van het milieu noodzakelijk acht.
2.
Tot de in het eerste lid bedoelde maatregelen kunnen behoren:
- a.
het geheel of gedeeltelijk stopzetten van het vervaardigen of in Nederland invoeren van stoffen, mengsels of genetisch gemodificeerde organismen of producten die deze bevatten;
- b.
het in beslag nemen en, zo nodig, vernietigen van stoffen, mengsels of genetisch gemodificeerde organismen of producten die deze bevatten;
- c.
het beletten dat bepaalde gebieden zonder toestemming van Onze Minister worden betreden of dat dieren, planten of goederen zonder zodanige toestemming daarbinnen of daarbuiten worden gebracht;
- d.
het verwijderen van personen, dieren, planten of goederen uit bepaalde gebieden.
3.
Onze Minister neemt een maatregel krachtens het eerste lid in overeenstemming met Onze Ministers wie het mede aangaat, tenzij de vereiste spoed zich naar zijn oordeel daartegen verzet. In laatstgenoemd geval onderwerpt Onze Minister de maatregel zo spoedig mogelijk aan het oordeel van de Raad van Ministers. Indien deze met de maatregel niet instemt, trekt Onze Minister hem terstond in.
4.
Onze Minister maakt een maatregel krachtens het eerste lid en de intrekking daarvan bekend in de Staatscourant. Daarnaast bevordert hij dat de maatregel, onderscheidenlijk de intrekking daarvan, zo spoedig mogelijk ter kennis van de betrokkenen komt.
5.
Een gedraging in strijd met een krachtens het eerste lid genomen maatregel is verboden.