Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Indonesië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 2 Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2003
- Bronpublicatie:
29-01-2002, Trb. 2002, 33 (uitgifte: 20-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-12-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-02-2004, Trb. 2004, 25 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Dit Verdrag is van toepassing op belastingen naar het inkomen die, ongeacht de wijze van heffing, worden geheven ten behoeve van elk van de beide Staten of van de staatkundige onderdelen of plaatselijke publiekrechtelijke lichamen daarvan.
2.
Als belastingen naar het inkomen worden beschouwd alle belastingen die worden geheven naar het gehele inkomen of naar bestanddelen van het inkomen, daaronder begrepen belastingen naar voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende of onroerende zaken, belastingen naar het totaalbedrag van de door ondernemingen betaalde lonen of salarissen, alsmede belastingen naar waardevermeerdering.
3.
De bestaande belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, zijn met name:
- a.
in Nederland:
- —
de inkomstenbelasting,
- —
de loonbelasting,
- —
de vennootschapsbelasting, daaronder begrepen het aandeel van de regering in de netto winsten behaald met de exploitatie van natuurlijke rijkdommen geheven krachtens de Mijnwet 1810 met betrekking tot concessies uitgegeven vanaf 1967, of geheven krachtens de Nederlandse Mijnwet continentaal plat 1965,
- —
de dividendbelasting,
(hierna te noemen ‘Nederlandse belasting’);
- b.
in Indonesië:
- —
de inkomstenbelasting (the income tax),
(hierna te noemen: ‘Indonesische belasting’).
4.
Het Verdrag is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die in de toekomst naast of in de plaats van de bestaande belastingen worden geheven. De bevoegde autoriteiten van de beide Staten delen elkaar alle wezenlijke wijzigingen die in hun onderscheiden belastingwetgevingen zijn aangebracht, mede.