RFR 2020/105
Familieprocesrecht. Verzoek om contra-expertise bij ots of uhp.
HR 29-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:961
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 mei 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/03395
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS225347:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:961, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1370, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑07‑2019
- Wetingang
Art. 810a lid 2 Rv
Essentie
Familieprocesrecht. Deskundigenonderzoek. Uithuisplaatsing. Ondertoezichtstelling.
Kan verzoek om deskundigenonderzoek alleen worden gedaan met het oog op contra-expertise tegen onderzoeksrapport Raad voor de Kinderbescherming of gecertificeerde instelling?
Samenvatting
Uit het inmiddels door echtscheiding ontbonden huwelijk van de moeder en de vader zijn twee kinderen geboren. Een zoon (2005) en een dochter (2011). De kinderen staan sinds 23 november 2015 onder toezicht van een gecertificeerde instelling (hierna: GI). De kinderen hebben formeel hun hoofdverblijfplaats bij de moeder, maar verblijven feitelijk sinds 12 juni 2018 bij de vader op grond van daartoe strekkende (spoed)machtigingen uithuisplaatsing. De rechtbank heeft het verzoek van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.