NJB 2013/2070:Bedreiging i.d.z.v. Sr art. 285 tegen landelijk bekend politicus. Voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht dan wel bedreiging met zware mishandeling is vereist dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de betrokkene de redelijke vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen of zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen (vergelijk. HR 7 juni 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3659, NJ 2005/448). Niet is vereist dat het misdrijf waarmee wordt gedreigd, is gericht tegen de bedreigde persoon zelf (vergelijk HR 25 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO3400, NJ 2011/224). In casu niet zonder meer begrijpelijke motivering hof. A-G: anders.