Einde inhoudsopgave
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/12
12 Geharmoniseerde materiële IE-wetgeving en Unierechten
C.J.S. Vrendenbarg, datum 15-12-2017
- Datum
15-12-2017
- Auteur
C.J.S. Vrendenbarg
- JCDI
JCDI:ADS575453:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, Pb. L 299; Richtlijn (EU) 2015/2436 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PbEU 2015, L 336/1).
Verordening EG nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen, (Pb. 2006, L 93).
Richtlijn 98/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen, Pb. L 213; Verordening EG nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen, Pb. L 152; Verordening (EG) nr. 1610/96 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen, Pb. L 198.
Richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel, Pb. L 248; Richtlijn 2006/ 116/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten, Pb. L 372; Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, Pb. L 167/10; Richtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s, Pb. L 111/16; Richtlijn 2011/77/EU van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 tot wijziging van Richtlijn 2006/116/EG betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten (PbEU 2011, L 265/1); Richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het online gebruik ervan op de interne markt (PbEU 2014, L 84/72).
Richtlijn 98/71/EG, ov. 5.
COM(2003)46 def., p. 5.
Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk (PbEU 2009, L 78/1); Verordening (EU) 2015/2424 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk, en van Verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2869/95 van de Commissie inzake de aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te betalen taksen (PbEU 2015, L 341/21).
Verordening (EG) 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (PbEU 1994, L 277/1).
Verordening (EG) 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende gemeenschapsmodellen (PbEU 2002, L 3/1); Verordening (EG) 1891/2006 van de Raad van 18 december 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 6/2002 en Verordening (EG) nr. 40/94 in verband met de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van’s-Gravenhage betreffende de internationale registratie van tekeningen en modellen van nijverheid (PbEU 2006, L 386/14).
Verordening (EU) 1257/2012 van de Raad van 17 december 2012 tot het uitvoering geven aan nauwere samenwerking op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming (PbEU 2012, L 361/1); Verordening (EU) 1260/2012 van de Raad van 17 december 2012 tot het uitvoering geven aan nauwere samenwerking op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming met betrekking tot de toepasselijke vertaalregelingen (PbEU 2012, L 361/89).
Op het niveau van de Europese Unie zijn meerdere maatregelen op het gebied van de intellectuele eigendom genomen. In de eerste plaats heeft op grote schaal harmonisatie van het materiële recht plaatsgevonden. Het materiële recht met betrekking tot verschillende IE-rechten is geharmoniseerd, waaronder merken,1 tekeningen en modellen,2 geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen,3 octrooien voor biotechnologische uitvindingen, geneesmiddelen en gewasbeschermingsmiddelen4 en auteursrechten en naburige rechten.5 Een aantal van deze richtlijnen en verordeningen bevat een enkele bepaling die voorziet in sancties op te leggen aan inbreukmakers of maatregelen te treffen in geval van inbreuk. Zo legt art. 8 van de Auteursrecht-richtlijn de verplichting op aan de lidstaten ervoor zorg te dragen, ‘dat rechthebbenden wier belangen worden geschaad door een inbreukmakende handeling die op zijn grondgebied plaatsvindt, een vordering tot schadevergoeding en/ of beëindiging van de inbreuk en in voorkomend geval een vordering tot inbeslagneming van het inbreukmakende materiaal en de in artikel 6, lid 2, bedoelde inrichtingen, producten of onderdelen kunnen instellen’. Lid 3 van datzelfde artikel voorziet in de mogelijkheid een verbod op te leggen aan een tussenpersoon wiens diensten worden gebruikt om inbreuk te maken. Daarentegen is bijvoorbeeld in de Modellenrichtlijn overwogen ‘dat bepalingen inzake sancties, tegenmaatregelen en wetshandhaving moeten worden overgelaten aan de nationale wetgeving’.6
Voorts zijn Gemeenschapsrechten (Unierechten) tot stand gebracht, die – in tegenstelling tot nationale IE-rechten – rechtstreeks gelding hebben binnen het gehele grondgebied van de Europese Unie.7 Zij genieten in beginsel ook bescherming in alle lidstaten van de Europese Unie. Voorbeelden van deze Unierechten zijn merken,8 kwekersrechten,9 modellen10 en het langver wacht unitair octrooi.11 De verordeningen bevatten soms bepalingen met concrete maatregelen die getroffen kunnen worden in geval van inbreuk. Zie bijvoorbeeld artikel 89 (‘Sancties ter zake van inbreuken’) van de Modellenrichtlijn, art. 102 (‘Sancties’) en art. 103 (‘Voorlopige en beschermende maatregelen’) van de Merkenrichtlijn en Deel IV (‘Civielrechtelijke vorderingen, inbreuken en rechterlijke bevoegdheid’) van de Kwekersrechtrichtlijn. De procedure bij de aanstaande Unified Patent Court die zal gaan oordelen over unitair octrooien kent een autonome set procesregels. Hiervoor zij nader verwezen naar par. 2.7.